Boonk Van Leeuwen
Boonk Van Leeuwen Advocaten
Lichtenauerlaan 50
3062 ME Rotterdam
Boonk Van Leeuwen Advocaten
Postbus 29215
3001 GE Rotterdam
Neem contact op
Telefoon: +31 10 - 2811 811
Fax: +31 10 - 2133 111
Brexit: de juridische gevolgen
Deze column van mr. Y. Ooijkaas is op 12 oktober 2024 in De Scheepvaartkrant gepubliceerd.
Op 1 februari 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk de EU verlaten. Nu het stof is gaan liggen, is het goed om te kijken wat voor gevolgen de Brexit voor contracten heeft gehad.
Meer in het bijzonder: “Wat is het toepasselijke recht bij een procedure in het VK en hoe werkt de tenuitvoerlegging van een Nederlands vonnis aan de andere kant van het kanaal?”
Toepasselijk recht
Als u een overeenkomst wilt sluiten met een partij binnen het VK, is het belangrijk om te weten welk recht op de overeenkomst van toepassing is (als er geen rechtskeuze in het contract staat). Binnen de EU is er een verordening die regels geeft over welk recht op welke overeenkomst van toepassing is als er geen rechtskeuze gemaakt is; dit is de Europese Verordening 593/2008. In zijn algemeenheid geldt “de leer van de kenmerkende prestatie”. Deze regel houdt in dat het toepasselijke recht wordt gevonden door te kijken naar het land waar het bedrijf dat de kenmerkende prestatie moet doen, is gevestigd.
De ‘kenmerkende prestatie’ is iets anders dan het betalen van een geldbedrag. Bijvoorbeeld: als bedrijf X in Nederland leer koopt van bedrijf Y dat is gevestigd in Spanje, moet de kenmerkende prestatie (de levering van leer) worden gedaan door het bedrijf in Spanje. Op de overeenkomst is dan Spaans recht van toepassing. Het VK heeft een wet aangenomen die ervoor zorgt dat de afspraken uit de EU Verordening ook in het VK blijven gelden. Maar: het VK is niet gebonden aan uitspraken van het Europese Hof van Justitie over bijvoorbeeld de uitleg van de Verordening.
Tenuitvoerlegging van een Nederlands vonnis in het VK (en een VK vonnis in Nederland)
Binnen de EU zijn er afspraken gemaakt die het relatief eenvoudig maken om een vonnis dat in een andere lidstaat is gewezen, in Nederland ten uitvoer te leggen. Deze afspraken staan in Verordening 1215/2012 en gelden nog tussen de EU en het VK voor procedures die zijn gestart voor 1 januari 2021.
Voor vonnissen die zijn verkregen in procedures van na die datum moet worden gekeken naar het oude Nederlands-Brits Executieverdrag uit 1967. Dit verdrag heeft een beperkte werking. Het geldt alleen voor een vonnis dat strekt tot betaling van een geldbedrag. Een dergelijk vonnis kan met behulp van een zogenaamde ‘exequatur-procedure’ in het VK of in Nederland ten uitvoer worden gelegd.
Een vonnis dat gaat over iets anders dan de betaling van een geldbedrag, kan niet ten uitvoer worden gelegd in het VK (andersom kan een vonnis uit het VK ook niet ten uitvoer worden gelegd in Nederland). In dat geval zal een hele nieuwe procedure moeten worden gevolgd.
Dit is omslachtig en duur. Een ondernemer die de gevolgen van Brexit op dit vlak wil beperken, doet er goed aan in het contract met een partij in het VK arbitrage af te spreken. De Brexit heeft namelijk geen gevolgen voor arbitrage. Let er dan wel op dat arbitrage in Nederland wordt afgesproken (bijvoorbeeld voor transport- of maritieme zaken: UNUM arbitrage. Voor meer info zie https://unum.world/arbitration). Arbitrage in het VK kan (enorm) duur zijn.