Boonk Van Leeuwen

Bezoekadres

Boonk Van Leeuwen Advocaten

Lichtenauerlaan 50
3062 ME Rotterdam

Postadres

Boonk Van Leeuwen Advocaten

Postbus 29215
3001 GE Rotterdam

Contactinformatie

Neem contact op

Telefoon: +31 10 - 2811 811
Fax: +31 10 - 2133 111

Bernd Klumper vaart met zijn tanker ‘Tamara’. Hij wordt door verlader YZ ingehuurd voor een reis met benzeen. Klumper geeft aan verlader YZ netjes aan wat de vorige drie ladingen zijn die zijn schip vervoerd heeft. De reis wordt aangenomen en Klumper komt met zijn schip, dat is nagelensd en voor belading is goedgekeurd door een ladingcontroleur, voor de kant om te laden.

Verlader YZ accepteert het schip en het schip wordt geladen. Na afloop van de reis ontstaat er discussie met verlader YZ over de staat van de lading; de verlader beweert namelijk dat de lading verontreinigd is geraakt. Eén van de vragen die aan de orde komt is: was het schip wel schoon? Klumper belt hierover met zijn advocaat mr Specialis en vraagt: “Hoe schoon moet mijn schip eigenlijk zijn?”

Het CDNI (Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart) geeft belangrijke informatie om te bepalen hoe schoon het schip moet zijn bij belading. Het CDNI geldt in België, Duitsland, Luxemburg, Zwitserland en Nederland. Uitgangspunt is dat als er sprake is van verenigbare lading, het schip niet gewassen hoeft te worden. Verenigbare lading is lading waarbij tijdens opeenvolgende reizen in het laadruim of de ladingtank van het schip aantoonbaar een lading wordt vervoerd, waarvan het transport geen voorafgaand wassen van het laadruim of de ladingtank vereist.

Als het reinigen of wassen van het schip niet nodig is, is dat een belangrijk winstpunt voor het milieu (minder dampen en waswater). Daarnaast scheelt dat iedereen in de kosten (tijd, geld, materieel). Als de verlader – die zijn lading het beste kent – akkoord geeft en stelt dat het schip niet gewassen hoeft te worden, gelet op de aard van de drie voorafgaande ladingen, kan worden volstaan met een nagelensd schip.

Volgens het CDNI moet het schip zodanig worden opgeleverd dat nieuwe lading ‘onbelemmerd’ vervoerd kan worden. Dit houdt in dat het schip na het vervoer in dezelfde toestand als voorheen ter beschikking moet worden gesteld. Het idee achter het CDNI is dat de kosten van vervuiling worden gedragen door de partij die daar het meest voor in aanmerking komt. Bij droge lading is dat de ladingontvanger. Bij vloeibare lading is dat de verlader.

De concrete invulling van hoe schoon het schip moet zijn (de losstandaard) staat in bijlage 2 bij het CDNI. Volgens art. 7.02 van bijlage 2 bij het CDNI dat de vervoerder het schip op een dusdanige manier ter beschikking stelt dat de lading onbelemmerd kan worden afgeleverd. Bij een tanker is van onbelemmerde aflevering sprake bij een ‘nagelensde ladingtank’. Als er niets anders is afgesproken, is dat de basis waarvan wordt uitgegaan. Andere afspraken zoals ‘gewassen’ moeten – als deze worden gemaakt – duidelijk staan vermeld in de ‘order confirmation’.

Voor een drogeladingschip geldt dat het schip bezemschoon of vacuümschoon moet worden opgeleverd en dat de lading en overslagresten moeten worden verwijderd. Voor zowel de vloeibare als de droge lading geldt dat de restlading bij nagelensd en bezemschoon wordt overgenomen.

De zeevaart kan onder voorwaarden waswater in zee lozen. Op basis van het CDNI is het echter niet toegestaan om waswater te lozen in de rivieren. Dat is logisch, want het gaat om gebieden rondom de rivieren die dichtbevolkt zijn, waarin recreatie plaatsvindt en die essentieel zijn voor de drinkwatervoorziening. Het is in ieders belang om de rivieren schoon te houden.