Boonk Van Leeuwen

Bezoekadres

Boonk Van Leeuwen Advocaten

Lichtenauerlaan 50
3062 ME Rotterdam

Postadres

Boonk Van Leeuwen Advocaten

Postbus 29215
3001 GE Rotterdam

Contactinformatie

Neem contact op

Telefoon: +31 10 - 2811 811
Fax: +31 10 - 2133 111

Mr Specialis is voor zijn klant Leo Tiessen, scheepseigenaar, bezig met de beoordeling van een contract. Op het contract is het CMNI (Overeenkomst voor het vervoer van goederen over de binnenwateren) van toepassing verklaard.

Wat echter ontbreekt, is een uitwerking van de aansprakelijkheid voor brand, explosie, nautische fout en gebreken aan het schip die al voor het begin van de reis bestonden. Mr Specialis zet het voor zijn cliënt onder elkaar.

Het Nederlands burgerlijk recht heeft een wettelijke regeling die ervan uitgaat dat de vervoerder niet aansprakelijk is voor schade als gevolg van bijvoorbeeld brand of ontploffing, een fout in de navigatie (nautische fout) of een gebrek van het schip dat al voor het begin van de reis bestond maar dat hij niet kende en redelijkerwijs ook niet hoefde te kennen.

Als er bijvoorbeeld sprake is van brand, gaat de Nederlandse wet ervan uit dat de vervoerder de brand niet heeft kunnen voorkomen. De vervoerder heeft een beroep op overmacht en is niet aansprakelijk voor de schade, tenzij de afzender bewijst dat de vervoerder de brand wel had kunnen voorkomen. Deze regel is belangrijk voor de praktijk: de vervoerder hoeft alleen maar een beroep te doen op de wettelijke regel dat hij niet aansprakelijk is bij brand. De afzender moet vervolgens hard gaan werken om het bewijs rond te krijgen dat de vervoerder wel aansprakelijk is.

De bewijslast dat de vervoerder wel aansprakelijk is, ligt bij de afzender. Bewijslast is bewijsrisico; dus alleen als de afzender kan bewijzen dat de vervoerder nalatig is geweest, is de vervoeder aansprakelijk. Kan de afzender dat niet bewijzen, dan staat de afzender met lege handen en geldt de hoofdregel dat de vervoerder bij brand niet aansprakelijk is. Hoofdregel: de vervoerder is niet aansprakelijk, tenzij de afzender bewijst dat de vervoerder wel aansprakelijk is.

Nederlands recht en CMNI

Bij de totstandkoming van het CMNI is er druk gediscussieerd over de Nederlandse regels die de vervoerder niet aansprakelijk achtten voor brand, gebrek aan schip en nautische fout. De opstellers van het verdrag wilden deze regels niet overnemen in het verdrag. Maar ze wilden wel de mogelijkheid open laten dat partijen in hun contract hier zelf iets over zouden afspreken. Deze mogelijkheid wordt gegeven in artikel 25 lid 2 CMNI.

Als partijen het CMNI op hun vervoersovereenkomst van toepassing verklaren, geldt als hoofdregel dat de vervoerder wel aansprakelijk is voor schade ontstaan door nautische fouten, brand of explosie of gebreken aan het schip die voor het begin van de reis bestonden. Hoofdregel: de vervoerder is wel aansprakelijk tenzij hij bewijst dat hij niet aansprakelijk is.

De vervoerder kan echter met zijn wederpartij afspreken dat hij een beroep doet op artikel 25 lid 2 CMNI op basis waarvan hij niet aansprakelijk is voor schade ontstaan door nautische fout, brand/explosie of bestaande gebreken. In dat geval verandert de hoofdregel en komt het Nederlandse systeem weer om de hoek kijken: de vervoerder is niet aansprakelijk, tenzij de afzender bewijst dat de vervoerder wel aansprakelijk is.

Het is in de praktijk dus belangrijk om als het CMNI van toepassing wordt verklaard, als vervoerder een beroep te doen op het feit dat hij niet aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door oorzaken genoemd in artikel 25 lid 2 CMNI.